Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 9 juni 2014

Het verschil tussen ontsnappen en ophoepelen

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Kuffelen!' riep Kwetter, en ze knuffelde mij.
'Niet doen,' herhaalde ik gesmoord.
'Waarom niet?' vroeg zij teleurgesteld. 'Vindt jij mij niet lief?'
'Oh jawel,' zei ik haastig, want aan een huilende Kwetter had ik he-le-maal geen behoefte op dit moment. 'Ik vind je hartstikke lief. Maar ik wil liever dat je ervandoor gaat.'
'Jij wil dat ik ophoepelt?' vroeg Kwetter, en verbazing en schrik vochten om voorrang op haar gezicht. 'Jij vind mij zou verschrikkelijk stom, dat jij wil dat ik wegwees?'
'Nee, Kwetter. Ik wil niet dat je ophoepelt. Ik wil dat je ontsnapt. Begrijp je het verschil? Ophoepelen is: weggaan en niet meer terugkomen, omdat mensen je stom vinden. Ontsnappen is: weggaan en dan wél terugkomen, maar dan samen met de hulp die je gehaald hebt. Bijvoorbeeld mama. En dat die dan alles en iedereen opblaast. Of een Knalhapper-tank die je ergens langs de weg gevonden hebt.'
'Knalhappers vinden heeft geen enkele zin,' zei Kwetter op vastberaden toon. 'Jij weet ook wel dat ik die niet kun besturen. Daar kom alleen maar ellende van. En mama gaat ik ook niet halen. Mama ben duizenden kilometers ver weg. En ik weet niet eens in welk land wij bent.'
'We zijn in Armoestan, Kwetter,' zei Gaby snel. 'Hoorde je de generaal niet praten over Armoestaanse dollars? Armoestan, weet je wel? Waar een burgeroorlog aan de gang is? Weet je nog dat we dat zagen op het journaal?'
'Journaal weet ik niet meer. Toen kijkte ik net even naar iets anders,' zei Kwetter met een suikerzoete blik op mij. 'Maar ik bent heus geen suffie of zo, hoor! Dat hier een burgeroorlog aan de gang bent, dat hebde ik ook zonder journaal wel door. En als jullie denkt, dat ik in mijn eentje door een onbekend land, waar ook nog eens een burgeroorlog bent, gaat lopen rondbanjeren op zoek naar mama die duizenden kilometers ver weg bent, dan...'
'Ik weet dat het onmogelijk klinkt, lieve Kwetter, maar als er één kindje is op de hele wereld, dat het klaar zou kunnen spelen, dan ben jij het!' zei Gaby.
'Oh, ik denkt wel dat je daar gelijk in heb,' gaf Kwetter toe. 'Ik bent snel en handig, en ik hebt allerlei lesjes geleerd van mama, over hoe telefoons werkt en over Engels praten en dat soort dingen, en nu is ik slim geworden. Slim en sterk en handig bent ik,' en ze telde het af op drie van haar vingers, 'dus ik denkt wel dat ik het kunt. Maar als ik weggaat, wie moet er dan voor jullie zorgen? Misschien blijft ik wel drie dagen weg. Weet jullie wel hoe vaak je dood kunt gaan in drie dagen?'
'Precies één keer,' zei ik droog.
'Dat bent dan één keer te veel. Nee hoor, ik blijft hier en ik zorgt voor jullie. Hier!' Ze gaf ons allebei te drinken, uit een veldfles die de soldaten hadden achtergelaten, en toen een soldaat ons even later eten kwam brengen, voerde Kwetter ons tot we sterk genoeg waren om zelf de lepel vast te houden.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten