Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 13 januari 2014

Zuchten aan de patrijspoort

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Tenminste, dat dacht ik. Maar de volgende dag bleek er toch iemand naar me te hebben geluisterd, want toen Kwetter 's morgens de woonkamer binnenkwam riep ze: 'Hihihi! Jij zegde toch dat jij het een dom spel vond?'
'Vind ik ook,' mompelde ik.
'Waarom zit jij dan om half zes in de morgen in je papyama achter de computer?'
'Ik kon niet slapen, okee?'
Ze keek over mijn schouder met welk molecuul ik bezig was. Dat was Hexacyanoferraat: Fe(CN)6. De benzeen had ik al lang achter me gelaten.
'Hihi,' giechelde ze. 'Wanneer kunde jij niet slapen? Gisteravond, zodra jouw ouders naar bed gingden? Bent jij toen sluipie-sluipie uit jouw bedje gegaan, zodat jij nu al zes uur zit te kompjoeteren?'
'Nee man! Ik zit hier pas anderhalf uur of zo!'
Dat was niet helemaal waar, want ik zal er al vanaf half drie, maar het voelde alsof ik pas een kwartiertje bezig was. En het is belangrijk om je eigen gevoelens serieus te nemen, zegt papa wel eens. Als mama het niet kan horen. Dus ik dacht: laat ik het gemiddelde nemen tussen mijn gevoels-tijd en de klok-tijd. Dat is eigenlijk best wel eerlijk, als je het goed bekijkt.
'Nou, in ieder geval bent jij al behoorlijk lang bezig. Dus nou moog ik.'
Ik dacht daar heel anders over, maar Kwetter keek mij zo zielig aan dat ik haar aan de beurt liet.
Daarna ging ik heel diep zuchtend uit het raampje zitten staren. Pardon, de patrijspoort. Het is gewoon een raampje, maar papa wil dat we het een patrijspoort noemen. Hij heeft het ook vaak over bakboord en stuurboord in plaats van links en rechts. En hij heeft vaak een kapiteinspet op. Een verschrikkelijk neppe pet van de carnavals-winkel. Maar hij loopt er mee rond alsof hij echt de kapitein is van een grote duikboot.
De Tsaar Peter is natuurlijk ook een grote duikboot. Maar alleen mensen die mama niet kennen, zouden kunnen denken dat papa echt de kapitein is.
Door de patrijspoort was helemaal niks te zien. We varen meestal op 200 meter diepte, en daar is het nog niet helemaal donker, maar ja – de zon was nog niet op. En dan zie je maar weinig hoor, 200 meter onder water.
Toch keek ik uit het raampje. En ik zuchtte diep. Ik dacht: laat Kwetter maar goed zien, hoe erg ik me verveel. Dan laat ze mij wel weer spelen.
Maar niks hoor.
Ze ging maar door en door. Net zo lang door tot mijn zusje binnenkwam en begon te zeuren of zij ook een keer mocht. Daarna kwam Kwetter naast mij zitten, staarde uit het raampje naar het langzaam lichter wordende water en zuchtte diep.
'Zullen we met de torpedo's gaan spelen?' vroeg ik.
'Dát hoor ik nou eens net,' zei mama, die uitgerekend op dat moment de woonkamer binnenkwam.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten