Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 8 januari 2014

Holbewoners, engeltjes en zombies

BEGIN / VORIGE
/ VOLGENDE


Ik keek naar mama.
Ik keek naar papa.
Mama barstte in lachen uit. 'Och jochie toch, je zou je eigen gezicht eens moeten zien!' Kwetter giechelde.
'Ik zou m'n mond niet zó wijd open laten hangen,' grinnikte Gaby. 'Straks wandelt er per ongeluk een olifant je keel binnen. Of er trekt een familie holbewoners in.'
Het kan zijn dat ik een beetje verbaasd keek. Ik bedoel: ik had nooit – nooit! – langer achter elkaar mogen computeren dan een half uurtje per dag. En nu opeens vier uur! Misschien wel vijf, dacht ik verlekkerd.
Aan de andere kant: ik had wel eens vaker leerzame spelletjes gespeeld. Dat was verschrikkelijk. Die gingen over zombies, die een werkwoord zeiden en dan moest ik het voltooid deelwoord erbij typen en dan vielen ze om. Zonder bloed of niks. Er vielen geeneens stukjes af! Een zombie waar geen stukjes vanaf vallen, dat is toch niet normáál? Dat is gewoon eng.
Vier uur lang voltooid deelwoorden typen, en kijken naar zombies die vanzelf omvallen zonder bloed of losse stukjes – ik huiverde als ik eraan dacht. Afschuwelijk. Iets waar je de kinderbescherming voor zou moeten bellen.
Maar goed, misschien zou het mama's vrienden wel lukken een aardig spelletje te maken. En dan, ja, dan! Dan ging ik een hemelse tijd tegemoet. Hoorde ik daar engeltjes op harpen spelen? Nee natuurlijk, er zijn geen engeltjes in onderzeeërs, maar zo voelde ik me wel.
Al die gedachten en gevoelens had ik min of meer tegelijkertijd, dus... ja... misschien trok ik inderdaad een beetje een raar hoofd.

Het duurde een week of twee voordat de eerste spelletjes er waren. Iedere avond hingen Gaby en ik als hongerige wolven rond de computer als mama haar mail checkte.
Mocht je je afvragen hoe zij haar mail kon checken terwijl wij op een duikboot rondzwierven: we hadden een eigen satellietverbinding. Daar is niet makkelijk aan te komen, maar wie vierhonderd miljoen op zijn rekening heeft staan kan bijna alles krijgen wat hij hebben wil. En papa hééft vierhonderd miljoen, want hij is de grootste bankrover aller tijden. Dat staat niet in de kranten, want hij rooft alleen per computer dus niemand ziet het. Ja, de bankiers, die zien het wel, maar ze zeggen het tegen niemand anders staan ze voor schut.
Trouwens, vaak genoeg zien ze het niet, als er opeens een paar miljoen weg is. Zo goed is papa. Hoewel het ook schijnt te komen doordat banken zo krankzinnig veel geld beheren, dat een paar miljoen niet veel voor hen betekent.
En doordat bankdirecteuren niet deugen.
Als een directeur ziet dat er een paar miljoen weg is, dan denkt hij meestal: oh, dat zit wel goed, dat zal de bestuursvoorzitter wel achterover gedrukt hebben. En meestal is dat ook zo. Maar soms is het niet de bestuursvoorzitter, dan is het papa. Haha.
Nou ja, hoe het ook zij: we hingen als hongerige wolven rond de computer. En eindelijk, eindelijk: na twee weken kwam het eerste spelletje binnen.


BEGIN / VORIGE
/ VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten