Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 25 oktober 2013

De nadelen van het onzinkbaar zijn

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Om zoveel mogelijk visjes te kunnen vangen en verwerken, moest de Engel des Doods dag en nacht doorgaan. De machines mochten geen seconde stilstaan; elke seconde betekende honderden euro's verlies. En omdat het hele schip vol machines zat, en die machines allemaal gecontroleerd moesten worden, liepen er dag en nacht mensen rond. Het waren er niet véél, maar ze waren verspreid over het hele schip. Je kon geen enkel stukje van het schip opblazen zonder een matroos méé te ploffen.
'Kunnen we ze niet allemaal weglokken? Bijvoorbeeld door het alarm?'
'Het alarm? Welk alarm?' vroeg de kapitein.
'Nou ja, ik neem aan dat er een alarm is voor als je gaat zinken of zo? Iedereen naar de reddingsboten, zoiets?'
'Lastig,' fronste de kapitein. 'We hebben geen reddingsboten. Die kosten geld namelijk. En de Engel is toch onzinkbaar, dus...'
'Maar wat doen jullie dan, als het alarm gaat?'
'Nou niks, want we hebben dus geen alarm. Een alarm kost geld, begrijp je, en omdat er toch geen reddingsboten zijn om heen te gaan, heeft een alarm ook geen nut.'
'Kunt u de manschappen dan bij mekaar roepen via de radio of zoiets?'
'Eh nee. Ik kan de manschappen niet bij elkaar roepen. Dat leek iedereen beter, omdat ze allemaal denken dat ik een gevaarlijke maniak ben, snap je?'
Hoe langer ik met hem sprak, hoe duidelijker werd dat kapitein Leeghwater eigenlijk niks te vertellen had aan boord. Hij had de hele dag niks anders te doen dan orgel spelen. 'En u bent nog steeds net verder gekomen dan de Vlooienmars?' vroeg ik verbijsterd.
'Tja,' zuchtte de kapitein. 'Ik heb nou eenmaal een hekel aan dat ding. Dus ik doe niet heel erg mijn best, snap je.'
Pfff... de hele dag op een orgel spelen waar je een hekel aan hebt, en verder niks anders te doen hebben dan piekeren over je schulden, en manieren verzinnen om nóg meer geld uit de zee te persen... 'Dat u daar niet hartstikke krankzinnig van wordt!' riep ik.
Leeghwater bloosde. 'Het is ook niet alléén maar toneelspel, dat ik mij soms als een maniak gedraag. Ik ben geen gevaarlijke gek, hoor, heus niet, maar... soms moet ik erg mijn best doen om er geen te wórden.
'Gelukkig zijn wij er nu,' zei ik troostend.
De rest van de dag besteedden we aan de plannenmakerij.
We werden wel steeds afgeleid door de kwalijke geuren en de kleurige lichtflitsen die mama steeds produceerde bij het aanrechtje, maar uiteindelijk hadden we toch wel een idee. Ik vond het een tamelijk stom en ingewikkeld plan, maar Leeghwater was er erg mee in zijn nopjes.
'Geloof me maar, meisje, ik weet hoe zeelui denken... dat weet ik maar al te goed! Nee, dit plan wordt een knaller, een absolute top-show! Reken daar maar op!'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten