Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 10 april 2013

Een puik plan

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Gedwee stapte Jamal uit de wagen. Mama klom op de bestuurdersstoel, vroeg om Michael's zakmes (waar, onder andere, een schroevendraaiertje op zit. Een stuk of drie schroevendraaiertjes, om precies te zijn – het is zo'n zakmes) en begon aan het stuur te prutsen.
En te prutsen.
En te prutsen.
'Eh, mam,' vroeg ik voorzichtig, 'ben je alleen maar aan het repareren? Of maak je tegelijkertijd een paar, eh... verbeteringen?'
'Wat denk je?' vroeg mama terwijl ze geconcentreerd verder werkte. 'Dat ik helemaal krankzinnig ben? Ik weet heus wel dat we geen tijd hebben voor dat soort dingen – hoewel een klein kind nog kan zien dat dit mechaniekje veel beter kan. Als ik bijvoorbeeld... nou eens... dit schroefje...'
'Ma-ham!' riep Michael ongeduldig.
'Jaja, je hebt gelijk, ik zal er niet aan beginnen.' Ze zette vlot het stuur op zijn plek en tien seconden later konden we vertrekken.
Dat was helaas nét een paar seconden teveel.
In de verte kwam een auto aangereden. De auto van de Moeflon.
Kwetter en ik sleurden Jamal naar binnen en mama gaf gas.
Jamal leunde met een grote grijns tussen de stoelen door naar voren om het stuur vast te grijpen, net zoals mama bij hem had gedaan. Kwetter en ik wisten hem nog net op tijd tegen te houden.
Daardoor kon mama ongehinderd proberen om geen enkel huisje omver te rijden.
Soms waren de straatjes domweg te smal, en dan kon het even niet anders. Ze draaide het raampje naar beneden, en elke keer als ze iemands huisje in puin reed riep ze heel hard 'Sorry!' Dat dan weer wel.
'Waar is eigenlijk het plan, mam?' vroeg Michael.
'Goeie vraag,' zei mama. 'Om te beginnen wilde ik maar eens op weg naar de snelweg. Die is tenminste breed genoeg voor deze wagen, dus dan hoef ik niet de hele tijd huizen te vergruizen. Eigenlijk is huizen kapot beuken heel onbeleefd, namelijk. Wisten jullie dat?'
'Ik wist het niet zeker,' zei ik, 'maar ik dacht wel al zoiets.'
Michael mompelde iets onverstaanbaars. Het klonk verdacht veel als 'ja, er zal ook eens iets leuks zijn wat beleefd is'.
Jamal keek regelrecht teleurgesteld. Niet dat hij kon verstaan wat mama zei, maar ik vermeld het toch even. Want hij keek naar de huizen die we volledig intact achter ons lieten; het was duidelijk dat zijn teleurstelling veroorzaakt werd door een jammerlijk gebrek aan botsingen en brokstukken.
'Via de snelweg,' ging mama verder, 'wilde ik gewoon teruggaan naar Willem. Want dat is de enige plek in Zuid-Mallotië waar we met z'n allen zijn geweest, dus ik denk dat Eduard daar vroeg of laat heen zal komen om ons te zoeken.'
'Goed plan,' zei ik. 'Ik vroeg me al af hoe papa ons ooit weer terug moest vinden.'
'Da's inderdaad een puik plan voor het terugvinden van papa,' zei Michael. 'Maar wat ik eigenlijk bedoelde', is...'
Achter ons klonk een knal.
De knal van een pistool.
'...wat doen we met Dogger en de Moeflon?'
'Oh, bedoelde je dát,' zei mama. 'Daar heb ik nog geen idee voor, eerlijk gezegd.'
'Pang,' klonk het achter ons. 'Pang, pang!'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten