Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 1 februari 2013

Beleefdheid komt het verst

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Hij wees op het andere uiteinde van de ondergrondse gang.
Daar stonden tien jongens van het ZMB, met hun geweren in de aanslag.
'Nou mama,' zei ik, 'lijkt me weer hoog tijd voor zo'n wonderflesje van jou.'
Mama stak haar hand in haar tas.
We hoorden tien keer tegelijk 'ke-klik!'
Ik weet niet zoveel van geweren, dus ik weet niet precies wat een geweer doet als het ke-klik doet, maar volgens mij is het een geluidje dat betekent: let op, het geluidje dat hierna komt heet 'pang'.
Heel, heel voorzichtig haalde mama haar hand weer uit haar tas.

Drie kwartier later zaten we op een binnenplaatsje in de open lucht. De veldmaarschalk en zijn luitenants zaten tegenover ons.
Miguel zei kruiperig: 'Mijn excuses voor alles, mevrouw de Donderkat. Dat mijn luitenant dreigende taal tegen u uitsloeg en dat we allemaal zo misselijk werden – ik weet nog steeds niet hoe dat komt, ik denk dat de vis van gisteravond niet helemaal goed was – het was een reeks ongelukkige misverstanden, meer niet. Wij willen echt heel graag met u samenwerken, mevrouw. Als u om een of andere reden liever geen politiebureaus opblaast, dan blazen we toch gewoon iets anders op? Als er maar lekker veel doden en gewonden vallen!'
Mijn moeder zuchtte: 'Dit wordt een lang gesprek, dat hoor ik nu al. Maar mijn kinderen hebben geen tijd voor een lang gesprek. Want het is bedtijd. We hebben een behoorlijk lange dag achter de rug en we hebben nog niet eens gegeten. Dus...'
'Natuurlijk, natuurlijk,' haastte de dikke pad zich te zeggen, 'dat komt allemaal dik in orde...'
Hij blafte een paar bevelen tegen zijn soldaten en even later kwam er een dikke dame binnen met twee grote pannen. Een met rijst en een met bonen.
We kregen allemaal een flink bord vol.
'Is dit alles?' mompelde Michael.
'Niet zo onbeleefd, Michael,' zei mama glimlachend. 'Je mag dat soort dingen wel mompelen, maar alleen als je héél zeker weet dat je gastheer je niet kan verstaan. En je moet er altijd vriendelijk bij glimlachen, zodat je gastheer denkt dat je iets aardigs zegt over het eten.'
'Dat is niet eerlijk,' zei Kwetter.
'Eerlijkheid en beleefdheid gaan zelden hand in hand,' zei mama. 'Jammer genoeg zul je altijd moeten kiezen. En mijn kinderen kiezen beleefdheid, mag ik hopen. Met beleefdheid kom je het verst!'
'Ja,' zei Michael, 'helemaal tot in Zuid-Mallotie, achter een bord met bonen.'
'Deze bonen is lekker,' riep Kwetter enthousiast.
'Goed zo meisje, prees mama haar. 'Lieg er maar flink op los! Zo hoor ik het graag!'
Maar Kwetter loog niet, want de bonen waren echt heel lekker.
Na het eten werden we naar een kamertje gebracht waar vijf hangmatten hingen.
Wij, de kinderen, gingen slapen en papa bleef bij ons, terwijl mama onderhandelde met het ZMB over wat er opgeblazen zou worden, en met hoeveel doden en gewonden.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten