Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 30 januari 2013

De wankelende luitenant

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Ze haalde zo onopvallend mogelijk een flesje uit haar schoudertas en hield het achter haar rug. Het was een flesje met een dunne hals en, zo te zien, niks erin. Ze hield allebei haar handen achter haar rug en ging aan de kruk van het flesje zitten pulken.
De kurk zat er niet heel stevig in, gelukkig, en al snel fluisterde mama: 'Diep inademen, jongens, en zo lang mogelijk inhouden. Nú.'
We ademden allemaal diep in.
Er klonk een heel zacht plopje toen de kurk uit de fles kwam. Niemand hoorde het, want Ernesto en Miguel waren op volle kracht tegen elkaar aan het schreeuwen: 'En waarom heeft het ZMB honderd soldaten en vier luitenants en één veldmaarschalk!?' wilde Ernesto weten. 'Boven luitenant komt kapitein, iedereen weet dat, veldmaarschalk is krankzinnig hoog, dat jij een veldmaarschalk zou moeten zijn dat slaat helemaal nergens op!' Nu eens sloeg hij met zijn vuisten op tafel, dan weer zwaaide hij ze heen en weer voor het gezicht van zijn hooggeplaatste kameraad.
Die brulde woedend: 'Dat slaat wél ergens op! Dat slaat op mijn tactisch en strategisch inzicht! En zal ik je eens wat zeggen?' Hij greep zijn opstandige luitenant bij de kraag van diens overhemd. 'Voor iemand met mijn intelligentie is veldmaarschalk eigenlijk nog niet eens... Wacht even...' Hij liet zijn vriend los en wreef over zijn enorme buik. 'Ik voel me niet zo goed,' mompelde hij. Inderdaad zag hij heel erg bleek, en zweetdruppeltjes glommen op zijn voorhoofd.
'Ik ook niet,' gaf Ernesto toe. De luitenant van het ZMB stond te wankelen op zijn benen. 'Ik moet geloof ik een beetje...'
'Ik ook,' zei Miguel, en toen begonnen ze precies tegelijk over te geven.
Alsof dit het teken was waarop iedereen had zitten wachten begon de rest van de aanwezigen ook over te geven. Het hele hoofdkwartier werd één grote, ongelooflijk vieze kledderboel.
Mama stond op en liep naar de deur.
Opgelucht liepen wij achter haar aan – we begonnen het zo onderhand behoorlijk benauwd te krijgen, bij gebrek aan ademhaling.
Niemand hield ons tegen. De legertop en hun lijfwachten lagen machteloos kreunend op de vloer. Ze voelden zich te misselijk om ons zelfs maar op te merken. Dat kwam niet alleen door mama's flesje – het begon inmiddels behoorlijk onfris te ruiken in de geheime kamer. Tenminste, dat denk ik, want ik haalde nog steeds geen adem dus ik rook niks.
Pas toen we de kamer uit waren en de deur achter ons gesloten hadden, zogen we weer wat lucht in onze longen.
Dat is lekker spul joh, lucht!
Ik dacht altijd dat ik pannenkoeken lekker vond, en chocolade-ijs, en aardbeienlimonade, maar nu weet ik dat lucht véél en véél lekkerder is. Ook al smaakt het naar niks.
'Heerlijk,' zei mama. 'Wat vinden jullie, jongens, zullen we hier maar eens vertrekken?'
'Dat lijkt me een heel slecht idee,' zei papa ernstig.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten