Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 26 november 2012

Kwetter is gezond zat

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

'Zo zien we maar weer,' grijnsde Willem, 'Hoogmoed komt voor de val. Laat ik dus maar niet gaan lopen roepen van "haha, eigen schuld, had je maar moeten doen wat ik vroeg," of zelfs maar "u kunt veilig bij mij logeren als u mij mijn zin geeft". Nee,dat zou hoogmoedig zijn van mij. Ik kijk wel mooi uit. U kunt gewoon bij overnachten hoor. Zo lang als het nodig is.'
We reden terug naar het dorp en Willem begon meteen met spulletjes te rommelen. Hij had een enorm groot huis, dat naast de kerk stond; veel te groot voor een man alleen. In de meeste kamers lagen er lakens over de meubel, tegen het stof, omdat er nooit iemand kwam. Maar nu gingen de lakens eraf, de ramen werden opengezet en de matrassen opgeklopt.
Papa en mama gingen in de keuken aan de slag.
'Die man kan onmogelijk alles zelf doen,' zeiden ze. 'Én de slaapkamers én het eten, nee hoor, dat gaat niet.'
'Gaat wel,' galmde Willem vanaf de bovenverdieping. 'Gaat prima, hoor! Duurt alleen even, dus de kinderen liggen er vrij laat in, maar dat is niet erg, of wel jongens?'
'Neeee!' riepen wij, maar dat was eigenlijk vooral beleefdheid, want we waren best moe en die Willem had geeneens televisie. Dat hadden we al lang gezien. Dus laat opblijven betekende vandaag: heel lang wakker blijven en je mond houden terwijl de grote mensen praten.
Nou, dan ga ik net zo lief naar bed.
Gelukkig kwam papa een uurtje later met een grote, dampende stapel pannenkoeken de keuken uit.
'Pannenkoeken,' zei Willem, die net op dat moment de trap af kwam, 'dát is lang geleden, zeg! Vroeger was dat mijn lievelings-eten. Gek eigenlijk, dat ik ze niet meer gegeten heb sinds ik een groot mens ben.'
'Waarom eet jij niet elke dag pannenkoeken?' vroeg Kwetter verwonderd. 'Als ik een groot mens was, dan weette ik het wel! Dan eette ik elke dag pannenkoeken, en niemand die zegde van: dat is ongezond voor je.'
'Eh, Kwetter,' zei ik, 'je eet nu ook elke dag pannenkoeken.'
'Ja, maar papa en mama zegt steeds van: dat is ongezond voor je. Daar luistert ik wel niet naar, maar het is tóch niet leuk.'
'Je moet altijd naar je vader en moeder luisteren, meisje,' zei Willem ernstig.
'Kunt jij dit?' vroeg Kwetter. Ze ging op haar handen staan en wandelde door de kamer met haar voeten in de lucht. Daarna sprong ze, nog steeds met alleen haar handen, naar een hoge boekenkast en ze greep mat haar tenen de bovenste plank vast. Zo bleef ze tevreden hangen. 'Ik kunt dit wel, namelijk. Dus ik is gezond zat, vindt ik.'
Mama kwam uit de keuken met een grote schaal, waarop een soort pakketjes van bananenbladeren lagen.
'Zijn jullie nog niet aan de pannenkoeken begonnen?' vroeg ze verwonderd. 'Ze koelen af, hoor!' Daar had ze gelijk in; we gingen snel aan tafel. Een half uur later was er geen pannenkoek meer te bekennen.
'Haaa,' zuchtte Willem vergenoegd, terwijl hij achterover leunde en over zijn buik wreef. 'Dat was ouderwets lekker. Je hebt gelijk, Kwetter. Waarom eet ik dit niet elke dag? Maar nou ben ik toch zó benieuwd, mevrouw Laarmans, met wat voor een toetje u ons gaat verrassen. Wat zit er in die bananenbladeren?'
'Oh, dat is geen toetje,' zei mama. 'Maar het is wél een verrassing.'
Wij kennen mama langer dan vandaag, dus wij hadden meteen door wat de verrassing was.
'Joewieieie,' riep Kwetter. 'Boemmm!



BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten