Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 31 augustus 2012

Hoe zit het nou eigenlijk?

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Het was een vrachtwagen vol opgelapte houthakkers, die over de asfaltweg vertrokken. Op hun gezichten stond duidelijk te lezen dat ze nooit van hun leven meer een voet zouden zetten in dit helse woud.
Daarna was er echt geen reden meer om niet te knuffelen.
Ja, ik zou natuurlijk kunnen zeggen dat ik er geen zin in had, maar dat vond ik zielig voor Kwetter. Dus ik deed mijn ogen dicht en dacht aan een computerspelletje tot het voorbij was. Zo was het best nog te doen.
Zo verschrikkelijk is knuffelen nou ook weer niet.
Na een tijdje hield het vanzelf op.
Daarna duurde het nog een paar uur voor de laatste vrachtwagen met houthakkers vertrokken was.
'Kom,' zei papa, 'we gaan naar huis.'
Het was al bijna donker toen we aankwamen bij het laboratorium.
'Ach, zijn jullie daar al?' zei mama. 'Da's nou ook sterk. Ik wilde nét vertrekken met de bommen.' Ze wees naar een grote stapel kokosnoten, waar lonten van gevlochten gras uit staken.
'Dan was je mooi te laat geweest,' zei ik. 'Ze hadden me bijna in plakjes gehakt.'
'Nou ja, gelukkig ben je ontsnapt,' zei mama. 'Weet je wat? Rust vanavond maar lekker uit, dan gaan we morgen fijn dat kamp opblazen.'
'Dat hoeft niet meer,' zei papa. 'De schurken zijn vertrokken, en ik denk niet dat ze voorlopig nog terugkomen.'
'Wat?' vroeg mama zwakjes. 'Hebben jullie ze weggejaagd? Z... zonder bommen? Maar... Maar hoe...?'
'Met een krankzinnige dosis geluk,' zei papa. 'En de hulp van een legertje baby-alligators.'
'Ach wat leuk, zijn ze uitgekomen?' vroeg Alexander enthousiast. 'Ik vind ze altijd zó schattig, baby-alligators!'
'Ik niet,' bromde papa, en hij wreef over zijn pijnlijke benen.
'Het was trouwens niet allemaal geluk, hoor mama,' merkte ik op. 'Er kwam ook een hele dosis dapperheid bij kijken.'
'Michael is héél dapper,' zei Kwetter met een toon van bewondering.
'Dat is-ie zeker,' glimlachte mama. 'jullie zijn alledrie dapper, en het is reuzeknap dat jullie helemaal zelf ontsnapt zijn, zonder...' Ze zuchtte diep,' zonder bommen. Maar nu moeten jullie naar bed. Jullie hebben een lange, drukke dag achter de rug!'
Dat was zeker waar. Ik was doodmoe, maar toch kon ik, toen ik eenmaal uitgestrekt lag op de vloer van mama's lab, de slaap niet vatten.
Ik lag aldoor te denken aan de gebeurtenissen van die dag, en met een half oor te luisteren naar wat papa en mama fluisterend met elkaar bespraken.
Ze bespraken voornamelijk de gebeurtenissen van die dag, trouwens. Dus dat was nogal dubbelop.
Maar op een gegeven moment vroeg papa, na een hoop geschutter en gemompel en ge-eh: 'Zeg, hoe zit dat nou eigenlijk, met jou en die Alexander?'
'Oh,' zei mama enthousiast, 'we hebben toch zó'n interessante proef gedaan!' Ze begon er uitgebreid over te vertellen; het was een lang en onbegrijpelijk verhaal over desoxyribonucleïnezuur. Schijnt een of ander molecuul te wezen. Het was een buitengewoon saai en slaapverwekkend verhaal, maar toch lag ik wakker tot mama was uitverteld.
Toen hoorde ik papa zeggen: 'Dat is heel fijn, dat jullie proef zo goed gelukt is. Maar ik bedoelde eigenlijk: zijn jullie, eh, hebben jullie, eh, eh,eh, zijn jullie zeg maar verliefd op elkaar?'
Mama gaf een tijdje geen antwoord.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten