Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 11 juni 2012

Altijd is alle tijd

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Even plotseling als hij was begonnen, hield de knieënman weer op met zijn gespring en zijn ge-mwoehaha. Met haastige stem zei hij tegen mama: 'Nou, waar wachten we nog op? We moeten een nieuw lab hebben, we kunnen hier niet de hele dag staan babbelen!'
'Je heb gelijk,' zei mama, 'die bommen maken zichzelf niet.'
'Bommen?' Alexander keek warrig in het rond. 'Welke bommen? Wat voor bommen?'
'De bommen,' herhaalde mijn moeder. 'De bommen om de mjamburgermachine op te blazen. En de autoweg van de houthakkers. De bommen waarmee we de alligators gaan redden.'
'Alligators?' de knieënman keek nog warriger dan daarnet.
Mama tikte met een vinger op zijn ei.
'Ohhh,' zei de knieënman, 'die alligators. Tja, die redden zichzelf wel hoor. Ze zijn groot en sterk genoeg om... En dat ouwe omaatje is er ook nog, vergeet het ouwe omaatje niet. Die beesten zijn in goede handen, er is geen enkele haast bij die bommen. Nou, aan het werk!'
'Hoho,' zei Gaby, 'hier klopt iets niet.'
Ik gaf haar een schop. 'Dat wou ik zeggen!'
'Au,' riep Gaby verontwaardigd. 'Doe effe normaal, joh!'
'Ik doe ook normaal,' snoof ik. 'Ik doe hartstikke normaal. Jij zit toch altijd te klagen toch dat ik jou altijd schop? Nou, dan is het dus heel normaal als ik jou schop.'
'Ik zeg helemaal niet dat je mij altijd schopt!
'Jawel. Toen we op vakantie waren in Duitsland, toen zei je dat.'
'Ja, toen schopte je ook de hele tijd. Maar dat is alweer twee jaar geleden.'
'Nou en? Altijd is altijd. Als je twee jaar gelden altijd zei, dan geldt het nu ook nog. Want altijd is alle tijd, dus ook twee jaar later.'
'Okee,' zei Gaby, 'maar jij zei dat ik altijd zat te klagen, en niet alleen twee jaar geleden. Altijd is alle tijd heb je zelf gezegd, dus...'
'Kinderen,' zei mama, 'ik ben trots op jullie.'
Daar werden we even stil van. Meestal zegt ze precies het tegenovergestelde, als we zo ruziën om niks.
'Jazeker, trots! Jullie hebben allebei gezien dat er iets niet klopt – dat is ding één om trots op te zijn. En ding twee is dat jullie het niet alleen hebben gezien, maar er ook iets aan willen doen. Jullie willen het zeggen. Jullie willen uitzoeken wat er aan de hand is. Kortom: jullie zijn kritisch en slim en nieuwsgierig, en dat is precies wat kinderen moeten zijn. Zeg samen maar tegen Alexander wat jullie wilden zeggen.'
'Als u niet...' begon Gaby.
'…geïnteresseerd bent...' ging ik verder.
'…in het maken...'
'...van bommen...'
'...waarom wilt u dan...'
'...het laboratorium...'
'...weer opbouwen?' besloot Gaby.
'Legt u dat maar eens uit,' zei ik haastig, want anders had Gaby het laatste woord.
'En een beetje snel,' plakte Gaby er snel aan vast.
'A.u.b.' wist ik er nog achteraan te foefelen, en toen was de zin echt helemaal af dus ik had gewonnen.
We keken allemaal naar de knieënman. Die glimlachte vaagjes en keek verliefd naar zijn ei. Geloof het of niet: hij aaide zijn ei alsof het een baby was. 'Ik wil graag een proefneming doen,' zei hij. 'Gewoon, een klein experimentje.'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten