Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 4 juni 2014

Ze poefen niet uit de hemel

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Niks d'r van!' riep Kwetter, en ze wierp zich tussen mij en de generaal in. Of nou ja, werpen – het was meer een vastberaden soort van kruipen. 'Je moog niet op Michael schieten!' kreunde ze fel. 'Michael bent lief!'
'En waarom zou ik niet op jullie allebei schieten?' vroeg de generaal. 'Ik verdien alleen vandaag al dertien miljard Armoestaanse...'
Snoet kuchte. Hij kuchte heel zachtjes – het was echt nauwelijks hoorbaar. Toch ving de generaal het geluidje op. En het was zo'n veelbetekenend kuchje dat de moordlustige dikzak zijn pistool liet zakken, en verontrust naar Snoet ging staan kijken.
Snoet keek terug – op dezelfde vriendelijke, onschuldige manier als altijd.
'Wat?' vroeg de generaal. 'Is er iets met mijn dertien miljard?'
'Het wordt voortaan ietsje minder,' zei Snoet. 'Meneer Clusjes heeft besloten de prijs te verlagen.'
De generaal ontplofte van woede.
'Oh ja?' brulde hij. 'Heeft meneer Clusjes dat besloten? Denkt meneer Clusjes dat hij de prijs mag bepalen? Nou, dan heb ik slecht nieuws voor hem!Het is mijn coltan, en ik bepaal hoeveel geld ik ervoor wil hebben. Ik verkoop ik het spul wel aan iemand anders!'
Verbijsterd keken Gaby en ik elkaar aan. Clusjes? Meneer Clusjes? Onze meneer Clusjes, die de beloning van mama's hoofd had gehaald, die altijd zo ongelooflijk enthousiast was, die voor ieder probleem een oplossing wist, die de hele wereld hoop gaf met zijn BOF-praatjes, die... die meneer Clusjes?'
Snoet begon hardop te lachen.
'Wat nou weer?' snauwde de generaal.
'De gezichten van die kinderen,' hikte Snoet. 'Kostelijk! Oh, wat grappig! Kijk ze nou toch eens op hun neus kijken!'
De generaal keek ons aan en grijnsde. 'Waar zijn ze zo verbaasd over, denk je?'
'Ze hebben net de naam Clusjes gehoord, generaal,' glimlachte Snoet. 'Ze hebben hem gehoord op een plaats, waar ze hem nooit zouden verwachten. Oh nee – die lieve, beste, brave meneer Clusjes! Die hoort thuis in luxe hotels, waar alles van computers gemaakt is. Niet bij een bloeddorstige gek in het stoffige Armoestan... Clusjes zorgt voor vrede en welvaart voor iedereen – denken ze. Hij wil mensen blij maken met zijn uitvindingen – denken ze. Al die computers komen, poef, uit de hemel vallen – denken ze. Maar dan heb ik slecht nieuws voor jullie, kinderen – computers poefen niet uit de hemel. Die worden gemaakt in fabrieken. Nare, akelige, ongezonde fabrieken. En ze worden gemaakt van... nou ja, van alles eigenlijk. Plastic. Koper. Tin. Maar ook van zeldzame dingetjes. Zoals coltan. Coltan wordt maar op een paar plaatsen ter wereld gevonden, wisten jullie dat? Nee, he? Neem het maar van mij aan, hoor. En de grootste vindplaats ter wereld is hier, in Armoestan!'
'In mijn land,' zei de generaal tevreden.
'President M'urdara denkt daar anders over,' zei Snoet met een ondeugende blik.
'Bah,' deed de generaal, en hij maakte een gebaar alsof hij een rotte appel weggooide. 'Die ouwe gek? Die mag dan wel denken dat-ie de baas is over Armoestan, maar mijn dappere leger staat pal. Wij zijn sterker! Wij zijn dapperder! Wij hebben betere wapens!'
'...gekocht met het geld van meneer Clusjes,' vulde Snoet aan. 'Het geld voor de coltan. En dat wordt dus ietsje minder, want de prijs gaat omlaag.'
'Helemaal niet!' snoof de generaal. 'Ik verkoop het spul wel aan iemand anders!'
'Oh ja? Aan wie dan? Wie maakt er zoveel computers als meneer Clusjes?'
De generaal bromde wat.
'Nee, als u al die mooie wapens wilt blijven kopen, dan kunt u beter nog wat meer coltan opgraven. Minder geld per gram, maar meer grammen. Dan verdient u evenveel als eerst. En waarom niet? U laat gewoon uw slaven iets harder werken. Dat kost u toch niks?'
De generaal keek ons peinzend aan.
'Ik schiet jullie toch maar niet dood, denk ik. Ik zet jullie gewoon aan het werk. Hup!'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten