Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 5 maart 2014

Waarom geen klittenband?

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Mama's gezicht straalde als de sterrenhemel.
'Jazeker,' zei ze, 'dat doet hij ook voor ons. Hij vindt het een groot probleem dat er zo weinig kinderen wetenschapper willen worden, en hij vindt dat ik mijn idee helemaal geweldig. Zo hoor je problemen op te lossen, zei hij. Kijk vanavond maar naar het nieuws, zei hij ook nog.'
Die avond keken we naar het nieuws.
Eerst was er een hoop akelig nieuws over de burgeroorlog in Armoestan, daarna een stukje over politiek (de minister van Defensie was al voor de vierde keer deze week over zijn eigen losse veters gestruikeld, en het Parlement wilde weten waarom hij niet overging op klittenband) en daarna was er een stukje over de Doggersbank. Die had vandaag wel vijf uur platgelegen, werd er verteld. Alle computers waren stilgelegd door computerboeven uit Nigeria.
Meneer Dogger kwam in beeld.
De interviewer vroeg hem of de bank veel verlies had geleden door deze aanval.
'Een paar miljoen,' zei Dogger tandenknarsend.
En, wilde de interviewer weten, waren er veel klanten overgestapt naar een andere bank?
Het was een genot om naar Doggers lelijke gezicht te kijken. Zijn pafferige wangen trilden van woede, en zijn ogen knipperden tegen de machteloze tranen.
'Honderden,' siste hij. 'Hónderden klanten ben ik kwijt.'
En was het probleem nu opgelost?
Dogger slikte moeilijk. 'Jazeker,' zei hij. 'Het zal niet meer voorkomen. Dat kan ik u keihard garanderen.'
Nog een laatste vraag. Iedereen wist van Doggers ruzie met de beruchte Donderkat. Zou het kunnen dat zij hierachter zat?
Doggers as-grauwe gelaat werd nog ongezonder van kleur. Wit met blauwachtig grijs. Ik wist niet dat een levend mens er zo uit kon zien. De bankier beet op zijn tanden en balde zijn vuisten. Het was duidelijk dat hij iets ging zeggen, wat hij heel, heel moeilijk vond.
'Nee hoor, de Donderkat heeft hier niets mee te maken,' fluisterde hij met een stem die kraakte als een oude planken vloer. 'Sterker nog: ik heb nu ruzie met... met die... die Nigeriaanse computerboeven. En niet meer met haar. De beloning voor het vangen van de Donderkat wordt ingetrokken. Dat maak ik bij deze bekend, en ik laat het overal ter wereld omroepen en aanplakken. Wat mij betreft is de Donderkat voortaan vrij om te gaan en te staan waar ze wil.'
Het was maar goed dat de Tsaar Peter, onze duikboot, aan het oppervlak dobberde met het luik open. Want we juichten zó hard, dat er waarschijnlijk scheuren in de romp waren gekomen als onze vreugde niet door het luik had kunnen ontsnappen.
'Vrij,' juichten we, 'eindelijk vrij!'
'We kunnen terug naar huis! Naar mijn eigen kamertje, met mijn eigen knuffels!' jubelde Gaby.
Ik deed maar net of ik dat niet hoorde. Ik bedoel: knuffels? Hallo! Je bent elf, zus! Dan mag je geen knuffels meer willen.
Of misschien ook wel, als je een meisje bent. Meisjes mogen veel meer dan jongens. Wij mogen niet eens meer soldaatje willen spelen, als we twaalf zijn. Dus... ja...
'Nu kun je terug naar de universiteit, schat,' glunderde papa. 'Terug naar de wetenschap!'
Mama, die het hardste had gejuicht van ons allemaal, keek mijn vader een beetje vreemd aan.
'Dát weet ik nog zo net niet,' zei ze.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten