Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 12 maart 2014

Mama is ontzettend menselijk.

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Daarna was ze dus een heel dag bezig met het uitzoeken van swisj-geluidjes.
Grappig genoeg bleken die écht veel wetenschappelijker te klinken dan whoesj-geluidjes. Ik had zomaar het eerste gezegd wat in me opkwam, om mama af te leiden van onze opvoeding. Maar het bleek nog te kloppen ook. Kennelijk had ik er gevoel voor.
Dat heb je hè, als je een jongen bent. Dan heb je automatisch gevoel voor computers en zo.
Meisjes hebben dat niet. Die hebben meer gevoel voor ponies. En voor alles wat schattig is. Kijk, dat heb ik dan weer niet. Als je mij een foto laat zien van, pak 'm beet, een jong katje dat onder een kerstboom ligt te stoeien met een babypanda, dan zeg ik alleen maar 'Goh. Pluizige boel, daaro.'
Dus... ja...
Ik was de aangewezen persoon om mama te helpen met haar BOF-praatje. Papa had het ook wel gekund, misschien, maar die was te druk met de pannenkoeken en dergelijke. Trouwens, mama was nu klaar met de geluidjes en ging over naar de grapjes. Er moeten ook een paar grapjes in zo'n praatje namelijk, anders is het geen echt BOF-praatje.
Nu heeft mijn moeder, jammer genoeg, een heel erg slecht gevoel voor humor. Je kunt nu eenmaal niet alles hebben. Ze is al super-slim, en stoer, en lief – als ze dan ook nog eens grappig was, dan zou het niet meer menselijk zijn.
Nou, ze is menselijk, hoor!
Ze is ontzettend menselijk.
In de zin van: niet grappig.
Haar idee van een grap is bijvoorbeeld dat ze 'Mooie kuultjes' zegt in plaat van 'Molecuultjes'. Zogenaamd per ongeluk, als verspreking.
Of dat ze zegt: 'de meeste cómputerspelletjes zijn eigenlijk domputerspelletjes'.
Brrr.
Dat lijkt niet eens op een grap. Het is niet eens in de verte familie van een grap. Als grappen mensen waren, zouden ze die opmerking van mijn moeder een donker steegje binnensleuren en compleet in mekaar beuken, omdat-ie alle fatsoenlijke grappen te schande maakt.
En de humor van mijn vader is al niet veel beter.
Dus waar ik het dan van heb, dat is mij een raadsel.
Veel kinderen leren hun humor van de televisie, maar ik mag maar heel weinig televisie kijken.
Ik las altijd veel strips, toen we nog thuis woonden. Maar nu we midden op de oceaan ronddobberen zijn er geen boekwinkels of bibliotheken in de buurt, dus ik zit al maanden zonder.
Ik denk dat ik het mezelf geleerd heb. Dat is knap, hoor!
Misschien komt het ook een beetje doordat er hier zo weinig te doen is. Als je je echt hard zit te vervelen, dan ga je vanzelf grappen verzinnen. Zelfs Gaby heeft een soort van humor ontwikkeld, de laatste jaren.
Maar niet zo goed als dat van mij.
Ik was dus degene die de grappen moest verzinnen voor mama's praatje.
Dat bleek nog best wel ingewikkeld, want het praatje moest min of meer hetzelfde blijven, dus ik had steeds maar één zinnetje voor een grap.
Het moeilijkste was het, om grappen te verzinnen die óók nog leuk waren als mama ze vertelde. Het vertellen is net zo belangrijk als het verzinnen, ontdekte ik nu. Maar we zetten door, mama en ik. We zaten hele dagen de puzzelen en te oefenen, soms werkten we een dag lang aan één zinnetje. Maar die was dan ook helemaal goed.
Het bijzondere was: als mama die grappen 's avonds aan tafel uitprobeerde, moesten we alle vijf lachen. Mama en ik, omdat we hem bedacht hadden. Gaby en Kwetter, omdat die een leuke grap herkennen als ze er een zien. Maar ook papa, die nog geen grap zou kunnen verzinnen als hij er zijn leven mee kon redden, snapte vanzelf hoe leuk onze grappen waren. Snappen is makkelijker dan verzinnen, kennelijk.
Na drie weken was het praatje helemaal klaar.
En dat was maar goed ook, want de dag van het praatje stond op aanbreken.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten