Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 1 november 2013

Laat het uit je buik komen

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Ik zal jullie erheen brengen,' zei de kapitein. 'Maar zodra we buiten mijn hut komen, kunnen alle matrozen ons zien. Ze denken dat ik jullie al een hele dag aan het pijnigen ben. Als ze jullie dan zo fris als een hoentje zien rondwandelen, krijgen ze argwaan. Dus het zou mooi zijn als jullie een beetje konden strompelen en kreunen.'
'Moeten we niet een paar blauwe ogen schminken? En nep-bloed en zo?'
'Helemaal niet nodig. Als jullie gewoon doen alsof je pijn hebt, dan verzinnen zij de rest er wel bij. Het wordt daar zelfs enger van, want ze zullen denken: lieve help, onze kapitein heeft ze afschuwelijk mishandeld en je ziet het niet eens. Wat voor verfijnde martelingen heeft die man bedacht? Met koffiekopjes en lucifers en walvisvet?
Laat ze dat maar denken! Laat hun fantasie het werk maar doen! Laat ze maar tegen elkaar mompelen en fluisteren, zodat ze samen steeds ergere dingen verzinnen en elkaar helemaal gek maken van angst. Laat ze buikpijn krijgen als ze me zien! Elke avond huilend in slaap vallen! Of beter nog: laat ze niet meer naar bed durven, omdat ze vrezen voor de nachtmerries die ze zullen krijgen over hun verschrikkelijke kapitein en de onvoorstelbare gruwelen die hij hen aan kan doen...'
'Kapitein Leeghwater,' onderbrak mama hem, 'bewaart u alstublieft uw kalmte. En pak een zakdoek; er zit een beetje spuug in uw baard.'
Dat was waar, behalve dan dat het beduidend meer was dan een béétje. Bovendien was in zijn ogen weer even een schittering van het duistere vuur te zien.
'Mama,' fluister ik terwijl de kapitein zijn baard droog veegt, 'weet je echt heel zeker dat deze meneer geen maniak is?'
Mama peinst even en fluistert achter haar hand: 'Het ligt iets ingewikkelder dan ik aanvankelijk dacht, vrees ik. We zullen moeten hopen dat het allemaal goed komt; een andere keus hebben we niet.'
'Goed,' mompelt de kapitein beschaamd. 'Laten we even oefenen. Het strompelen en kreunen moet er wel een beetje geloofwaardig uitzien, natuurlijk. Gelukkig heb ik een beetje ervaring in het theater. Laat maar eens zien wat jullie kunnen.'
Mama en ik kreunen en strompelen.
'Nee nee nee nee!' roept Leeghwater met veel misbaar. 'Meer gevoel wil ik zien! Ik mis overtuiging! Laat dat gekreun vanuit je buik komen. Probeer de pijn in je lijf werkelijk te voelen, snappen jullie wel?'
'Nee,' zei mama. 'Daar snap ik niks van. Welke pijn? Ik héb helemaal geen pijn. Hoe kan ik een pijn voelen die ik niet heb.'
'Doe gewoon alsof, verdorie!' De kapitein zwaait woest met zijn armen, om zijn woorden kracht bij te zetten.
'Ik doe nóóit alsof,' zegt mama met strakke mond. 'Ik ben een wetenschapper, meneer, en wetenschappers mogen dat niet. Dat heeft invloed op de resultaten, namelijk.'
'Zo kan ik niet werken, hoor,' verzucht Leeghwater. 'Hoe kan ik zo nou werken?' Hij laat zich in een stoel zakken en steunt met zijn hoofd op zijn handen. Even blijft het stil. Dan slaakt hij een diepe zucht, wuift vaagjes met zijn rechterhand en zegt. 'Nog een keer. Nog een keer, vanaf het begin.'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten