Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 30 augustus 2013

Mama doet iets heel gemeens

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Weet je, nou ligt dus de hele machine stil,' vertelde hij. 'En dat kost mijn baas heel veel geld.' Hij maakte een paar keer een krakend geluid met zijn vuisten.
'Jawel,' zei mijn moeder, 'maar anders waren wij in mjamburgers veranderd.'
Verwonderd keek de zeeman ons aan. 'En? Dus? Wat is daar erg aan? Mjamburgers leveren geld op, mevrouwtje.'
Sprakeloos keek mama de man aan. Zelf wist ik ook eventjes niet wat ik moest zeggen.
Gelukkig hadden we Kwetter bij ons.
'Mensen doodmaken mag niet!' riep ze fel. 'Ook al verdient je er geld mee! Als jij dat doet, dan bent jij een slechterik!'
De man glimlachte droevig. 'Weet je wat leuke dieren zijn? Dolfijnen. Ze zijn altijd vrolijk, soms redden ze mensen die op zee in de problemen komen, en als ze hun koppie boeven het water uitsteken – ach dan zie je gewoon hoe intelligent ze zijn, en hoe goedaardig. Wil je wel geloven dat ik dolfijnen aardiger vind dan de meeste mensen?'
'Dat gelooft ik best,' knikte Kwetter. 'Dolfijnen is geen slechteriken. Dolfijnen gooit nooit iemand inde mjamburgermachine.'
'Precies!' knikte de visser. 'En die leuke dieren die maak ik dood. Mijn hele leven al. Dat is mijn werk, namelijk. En toen ik op deze boot ging werken, en ik hoorde dat we af en toe een zeilmeisje tot mjamburger moesten hakken, toen dacht ik: ach, dat kan er ook nog wel bij. Als je dolfijnen kunt slachten, kun je alles slachten. En nou hebben we genoeg gekletst. Halen jullie maar gauw die mast uit de machine, en spring tussen de messen, dan kunnen we allemaal verder met onze dag. Okee?'
'Ik heb een ander voorstel,' zei mama. 'U doet een minuutje uw ogen dicht. Als u ze weer open doet, kijkt u om zich heen. Ik garandeer u dat u ons nergens zult zien. Daarna haalt u zelf de mast uit de machine, en u vergeet dat u ons ooit heeft gezien.'
'Daar kan ik niet aan beginnen,' zei de zeeman.
'Dat kunt u best,' zei mama. 'U wilt het gewoon niet. Maar dáár is wel iets aan te doen, denk ik.'
Ze knipte haar handtas open en graaide een flinke vuist vol bankbiljetten tevoorschijn. 'Zou het niet jammer zijn als al dit geld tussen de mjamburgermessen terecht kwam? Dat wilt u niet, hè? Nee, dat wilt u niet – ik zie het aan uw ogen. Weet u wat? Samen kunnen we deze bankbiljetten redden van dat verschrikkelijke lot. Kijk: ik leg ze hier neer, bovenaan de stortkoker. Oei oei, ze kunnen elk moment naar beneden vallen, ziet u dat?'
De zeeman zag het. Zijn gezicht was grauw van de paniek – die arme bankbiljetten! Het zou verschrikkelijk zijn als die lieve, mooie papiertjes iets overkwam. Hij wierp een vuile blik op mijn moeder, die al dat onschuldige geld ernstig in gevaar bracht. Zo gemeen!
'Rustig maar, meneer. U kunt ze nog redden, hoor. U doet gewoon uw ogen dicht, een minuutje maar, u laat ons erlangs, en dan kunt u als een echte held die arme biljetten redden van een afschuwelijk lot. Zullen we dat afspreken?'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten