Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 24 juni 2013

Glimlachend aten wij verder

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Dat is helemaal geen goeie vraag,' zei papa, 'want jullie weten het antwoord al En het antwoord is nee. Want ik kon wel aan een paar torpedo's komen, maar niet aan een lanceer-installatie. En als ik wel een lanceer-installatie had gehad, dan had ik nog niks want we hebben alleen maar één enkele tweedehands Jetski.'
'Hoho,' zei Willem. 'Hier hebben we het al over gehad, Eduard! Je mag ook nog een of twee vissersboten uit het dorp regelen.'
'Oh ja, da's waar. Goed, we hebben dus een tweedehands Jetski én een paar stokoude uitgeholde boomstammen, die nog sneller ondersteboven duikelen dat een hangmat...'
'Dat zou me verbazen,' zei Michael vanaf de grond en hij wreef over zijn pijnlijke achterhoofd.
'… en die hier in het dorp om onduidelijke redenen bekend staan als “boten”. Daar kun je geen lanceer-installatie inbouwen. Dus de torpedo's heb ik zolang verstopt hier in het dorp.'
'Ze liggen in de kerk,' zei Willem met een verbitterd glimlachje. 'Daar komt toch nooit iemand.'
'Bovendien,' ging papa verder, 'zou het onzinnig zijn om de Engel des Doods te torpederen. Daar krijgen we de Tsaar Peter niet mee terug. Sterker nog: als ze de Tsaar aan boord hebben gehaald, en wij knallen hun boot kapot, dan is de Tsaar Peter ook voorgoed weg.'
'Ja,' zei mama schamper, 'maar als we ze gewoon laten vertrekken, zonder ze een strobreed in de weg te leggen, dan is-ie óók weg. Dáár hoeven we het niet voor te laten, Eduard. Ik zeg: laten we de schurken een lesje leren. Morgen lenen we zo'n vissersbootje, we nemen een lading bommen mee en dan zullen we ze leren dat ze geen ruzie moeten zoeken met de Donderkat.'

De volgende morgen, bij het ontbijt, wapperde Willem met Het Zuid-Mallotisch Niewsblad. 'Jullie staan er weer in!' riep hij enthousiast. ' “Terrorist sloopt onschuldig peloton peperdure tanks”, maar volgens mij is dat onzin, die tanks begonnen toch zeker zelf? Vertelden jullie?'
'Natuurlijk begonnen zij,' zei mama kalm. 'Kwetter, lieve kind, hoe vaak moet ik het nog zeggen? Boterhammen eten wij met...?'
'Mes en vork,' antwoordde Kwetter met een diepe zucht, 'want wij is hier niet in Boegoe Boegoe.'
Ondertussen vertelde papa aan Willem: 'Die krant moet je niet geloven, hoor. Die wordt uitgegeven door meneer Keen, en dat is een goede vriend van...'
'Meneer Dogger,' riep iedereen in koor. Daarna aten wij glimlachend verder.
Een half uurtje later ging Willem ons voor door het dorp, naar een klein huisje dat helemaal achteraf stond. De tuin lag vol met rommel: stukken hout, eindjes touw, allerhande gereedschap dat ik niet herkende. Ieder stuk rommel zag eruit alsof het een half afgemaakt klusje was, waarvan de eigenaar even naar het wc was gegaan en waar hij zometeen weer mee door zou gaan. Maar dan zouden er minstens drieëntwintig mensen op dit moment op het wc moeten zitten.
Het huisje, en alles eromheen, rook ongelooflijk sterk naar vis.
Dat was waarschijnlijk de reden dat er tientallen katten rondslopen door de tuin en op het dak.
'Jimmi!' riep Willem, en daarachteraan iets in het Zuid-Mallotisch.
Even later ging de deur open, en er kwam een wonderlijk kereltje naar buiten.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten