Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 1 maart 2013

Een bak vol piranha's, natuurlijk

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Maar het was te laat, natuurlijk.
Een van de jongens slofte onze kant op en trok de keukendeur open. Hij grijnsde toen hij ons zag en riep iets in het Zuid-Mallotisch. Zijn kameraden keken onze kant op, glimlachten en wandelden verder.
De jongen haalde zijn schouders op, aaide Kwetter over haar bol en voegde zich weer zijn zijn vrienden.
'Nou jaaa!' riep Michael verontwaardigd. 'We zijn hier aan het spioneren! We ontdekken een duister geheim! We rukken het masker af, en zien het monster dat zich erachter verbergt... En wat doet het monster? Niets! Alsof wij helemaal niet interessant zijn! Ik... ik... grrrrrargh!' Met gebalde vuisten stond hij te stampvoeten. Alsof hij liever was gevangengenomen en aan een dun touw boven een bak met piranha's gehangen.
Jongens hebben soms de raarste ideeën.
'Dit hoeven we niet te pikken,' snoof Michael. 'Kijken deze lui geen films, of zo? De dappere kinderen winnen het altijd van de schurken. Als je een schurk bent, een een groepje dappere kinderen ontdekt wat je van plan bent, dan ben je verloren. Dat weet iedere fatsoenlijke schurk. Dus dan moet je in paniek raken en proberen die kinderen iets vreselijks aan te doen. Een bak met piranha's is wel het minste!'
'Ik wist het,' mompelde ik. 'Jongens zijn zooo voorspelbaar.'
'Oh ja?' vroeg Kwetter 'Ik denkte: hij wilt een bak met haaien. Niet van die, eh...'
'Piranha's,' vertelde ik. 'Vleesetende vissen. Zoiets als haaien, maar dan veel kleiner, en met ene heleboel tegelijk.'
'Ach, bestaat die? Dat weette ik niet. Ja, nee, dan denkt ik ook piranha's natuurlijk.'
Michael was intussen met woedende stampstappen achter de de ZMB-soldaten aangelopen. Kwetter en ik haalden hem pas in toen hij al buiten stond.
Met zijn armen in zijn zij stond hij pal voor de neus van veldmaarschalk Miguel, en hij vroeg op hoge toon: 'Zeg, meneertje, wat is hier aan de hand? Denk je soms dat wij idioten zijn? Dat wij niet zien wat er hier aan de hand is?'
Miguel krabde zich achter zijn oren. 'Hoezo? Wat is er dan aan de hand, volgens jou?'
'Die maar niet zo onschuldig,' siste Michael. 'In die pakketjes zit heus geen zelfrijzend bakmeel!'
'Nee, natuurlijk niet,' zei Miguel. 'Zelfrijzend bakmeel, daar verdien je geen bal aan. Drugs leveren veel meer op.'
Michael was sprakeloos. Met open mond stond hij de baas van het Zuid-Mallotische Bevrijdingsleger aan te staren. 'U... u geeft het gewoon toe?' stamelde hij. 'U zegt gewoon recht in mijn gezicht dat u een drugshandelaar bent?'
'Ja, natuurlijk. Dat zijn alle terroristen – of we nou voor hun godsdienst vechten, of voor de vrijheid van hun land, of voor een beter leven voor de armen... Het is een dure hobby hoor, terrorisme! Wapens, bommen, een geheim hoofdkwartier... dat kost allemaal geld. Dat geld moet ergens vandaan komen, nietwaar? Ik bedoel, jullie doen toch zeker hetzelfde?'
'Zeker niet,' zei ik boos. 'Drugshandel is gemeen en slecht en laf. Het is het laagste van het laagste. Als je denkt dat mijn moeder zich daarmee inlaat...'
'Nee,' zei een stem achter ons. 'Mevrouw de Donderkat heeft andere inkomsten.'
IJskoude rillingen liepen over mijn rug.
Ik kende deze stem.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten