Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 2 januari 2013

Jacques de Knacques de Hoepsiepoepsie

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Zou dat geluid er ook bij horen?' vroeg ik me af. 'Bij de museum-kunst, zeg maar?'
Michael begreep meteen wat ik bedoelde. 'Dat mwoeiii, mwoeiiii, mwoeiiiii, wil je zeggen? Ik denk het wel. Het is een kunstzinnige en belastingvrije weergave van de hupseflups de hatseflats.'
'Inderdaad,' zei ik, 'dit is, als ik mij niet vergis, een muziekstuk van de bekende componist Jacques de Knacques de Hoepsiepoepsie. Het heet: Inbraakalarm.'
'Zou daar geen mensen op af komen?' vroeg Kwetter zich af. 'Mensen van de beveiliging?'
'Jullie hebben gelijk, lieve schatten,' zei papa. 'We moeten hier weg, en snel ook. Vanaf deze verdieping gaan er vast liften. Echte liften, met knopjes die het doen. Schat! Kom je?'
Mama leek ons niet te horen. Liefdevol aaide ze de potjes en flesjes met chemische spulletjes, alsof het huisdieren waren die ze na een vakantie van drie maanden voor 't eerst weer zag. 'Jij bent giftig,' mompelde ze, 'maar jij smaakt naar aardbeien, en jou gebruiken ze als raketbrandstof maar van jou maken ze nylonkousen, en jij...' Ze keek verliefd naar een flesje met doorzichtige, blauwe vloeistof. '...kom jij maar met mij mee!'
'Mama,' zei ik, 'er is een tijd voor chemische stofjes, en er is een tijd om te rennen. En nu wordt het langzamerhand tijd om te gaan rennen. Het inbraakalarm gaat af, hoor je wel? Nou, de mensen van de beveiliging horen dat dus ook.'
'En zelfs als ze het niet hoorden,' vulde Michael aan, 'dan zouden ze vast wel een kijkje komen nemen. De bovenste verdieping is namelijk ontploft, en het zou best kunnen dat ze dat gemerkt hebben.'
'Hm-hm,' deed mama, en ze pakte nog een potje van de plank.
'Ma-ham, kom nou! Ze kunnen elk moment hier zijn!'
'Hm-hm. Nu even niet storen jongens, mama is met iets belangrijks bezig. Dit zijn heel wetenschappelijke stofjes, weten jullie dat wel?'
In de verte hoorden we het geluid van een liftdeur die openschoof. En van rennende voeten. Ze kwamen onze kant op.
'MA-HAM' brulden wij.
'Geef het maar op, jongens,' zei papa. 'Ze is geheel in de greep van de wetenschap.'
En inderdaad. Met een achteloos gebaar veegde mama de potjes en flesjes, die ze zojuist nog had staan liefkozen, van hun plankje af. Ze goot een paar potjes leeg (het begon verschrikkelijk te stinken) en gebruikte het glaswerk om de stofjes van haar keuze zorgvuldig te mengen. Vrolijk neuriënd liet ze een blauwe vloeistof en een fijn wit poeder samen een gele smurrie worden. Daarna veranderde ze glimmende korrels, samen met een bruine drab, in een paars wolkje dat ze handig opving in een glazen flesje. Enzovoort.
'Oh jongens,' zei ze. 'Dit is nog eens genieten! De zeldzaamste, zuiverste stofjes zó voor het grijpen. Ik zou wel uren lang door kunnen gaan!'
'Integendeel,' zei een stem achter ons. 'Het speelkwartier is voorbij. En dat niet alleen, u bent zélf bijna voorbij. Mannen! Ik tel tot drie en dan schieten jullie!'
We draaiden ons om.
Daar stond de Moeflon, met zijn akelige, platte pistooltje. Naast hem stonden vijf kerels in bewakings-uniformen. Ze hadden grote, akelige geweren. 'Sjotkuns,' mompelde Michael. Dat is geloof ik jongenstaal voor 'grote, akelige geweren'.
'Eén,' zei de Moeflon, 'twee...'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten