Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 26 december 2012

De gevallen bullebak

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Dat is een uitstekend plan, lieverd. Inderdaad: laten we ontsnappen.'
'Ontsnappen,' knikten Michael en ik.
'Ja,' riep Kwetter, 'gaat jullie maar fijn ontsnappen.. Maar doet er geen uurtje over, want deze kerels is nogal vlot in de beentjes...' Terwijl ze het zei, maakte ze een handstand-overslag op Cockels bureau en landde op zijn stoel. Die ging er met haar vandoor, want hij had wieltjes. Dat was fijn, want daardoor greep een van de bullebakken nét achter haar in het lege, maar het had ook een nadeel. Ze rolde nu in een hoog tempo naar de open schuifdeuren.
Een van de kerels sprong met een machtige zwaai over het bureau heen en dook achter haar aan. Die wilde haar het laatste duwtje over de rand geven. Hij gaf een forse duw in de richting van de schuifdeuren, dat wel, maar gelukkig was Kwetter net op tijd van de stoel af gedoken.
De arme bureaustoel, die nog nooit iemand kwaad had gedaan, viel naar buiten en verdween tollend in de diepte.
De bullebak die Kwetter had willen duwen, die in zijn leven hoogstwaarschijnlijk al heel veel iemanden kwaad had gedaan, viel achter hem aan. Dat gebeurt er nu eenmaal als degene, die je naar buiten wilt duwen, op het allerlaatste moment wegduikt.
Het was dus die man z'n eigen schuld als hij te pletter zou vallen. Maar dat deed hij niet, want hij was een super-getrainde vechtmachine en geen bureaustoel. Met zijn vingertoppen wist hij nog net het randje van de vloer vast te grijpen.
Zij kameraad hees hem weer naar binnen, wat Kwetter de kans gaf om even op adem te komen en een goed plekje te kiezen voor de rest van de achtervolging.
'Ontsnapt jullie nou nog?' vroeg ze een beetje beschuldigend.
'Jaja, natuurlijk,' zei papa. Hij liep naar de lift en drukte op het knopje. Er gebeurde niets.
'Die doet het alleen op afstandsbediening, pap,' herinnerde ik hem.
'Ja, dat weet ik wel, maar er zijn maar twee uitwegen hier. De lift enneh...' Hij wees op de open schuifdeuren. 'En dan neem ik het liefste de lift. Dus ik dacht: even proberen kan geen kwaad.'
'Tja,' zei mama, 'allebei de uitgangen hebben zo hun nadelen. Dus ik dacht eigenlijk: laten we er maar eens een uitgangetje bij maken.'
'Ach,' zei papa, 'heb je je bommen bij je? Ik dacht dat je je koffer in de auto van die nare spion had laten liggen.'
'Dat is ook zo,' knikte mama. 'Maar...' Ze stak haar hand in de hals van haar bloes en haalde een klein pakketje tevoorschijn, 'Ik ga nooit op pad zonder een of twee kleine plofjes voor noodgevallen.'
Op dat moment was de gevallen bullebak door zijn vriend weer het kantoor binnengehesen, en ze zetten opnieuw de achtervolging in. Kwetter bleef ze steeds nét voor.
Uit het pakketje haalde ze een grijsgroen klontje, dat nog het meest deed denken aan een platgedrukte stuiterbal. En een lont van een meter lang.
Ze koos een hoek van het kantoor, duwde het grijze klontje tegen de grond. Het bleef plakken als kauwgum. Ik had zo het idee dat geen enkel schoonmaakmiddel dat ooit nog uit het tapijt zou krijgen. Ik had ook het idee dat dat niet lang een probleem zou zijn, omdat het klontje binnenkort zou verdwijnen, samen met het tapijt. En de vloer. En eventueel een stuk van de onderverdieping.
Maar dat viel een beetje tegen.
Mama stak de lont in het plofklontje, keek een beetje schaapachtig om zich heen en vroeg: 'Heeft er iemand van jullie misschien lucifers?'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten