Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 30 juni 2014

Aha, dus dat is de pap!

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Hun ogen glommen van hebberigheid. 'Zoveel bommen als we maar willen?' vroeg de vriend. Zijn tong likte langs zijn lippen alsof hij aan snoepjes dacht.
'Zoveel als we willen,' knikte ik.
'Enneh... ' vroeg Zoezoe, 'waar maken jullie die bommen dan van? Heb je dan niet een soort van plek nodig? Zo'n, hoe heet het, zo'n kamer met allerlei buisjes en dingen?'
'Een laboratorium,' knikte ik. 'Daar wordt het wel een stuk makkelijker van, ja. Maar het kán ook zonder. Wij hebben al bommen gemaakt in een bezemkast, een keuken en midden in het oerwoud. Daar was in in de verste verte geen buisje te bekennen. Alleen maar halve kokosnoten. Dus... ja...'
'En hebben we dan allerlei ingewikkelde spullen nodig?' wilde de kameraad weten. 'Je weet wel, spullen die erin gaan? Zoals je maismeel en water nodig hebt om te koken?'
Aha. Dat was dus de slappe pap die we tot nu toe gekregen hadden.
'Ingrediënten,' knikte ik wijs. 'Nou en of we die nodig hebben. Mijn moeder, van wie ik het allemaal geleerd heb, kan overal bommen van maken. Appelsap en drop, je noemt het maar en zij blaast het op. Zo goed zijn wij nog niet, helaas. Maar breng ons een beetje salpeterzuur en...'
De jongen spoog op de grond.
'Dat spul dat jij noemt, dat hebben wij hier niet. Dus al jouw praatjes over bommen, die zijn voor ons niks waard.'
'Hoho,' zei ik haastig, 'het hoeft niet met salpeterzuur. Het kan met van alles! Echt waar! Ook met spullen die jullie hier hebben.'
'Laat maar eens zien dan.'
'Eh...' ik keek onzeker om me heen. 'Hier? Nu? Waar iedereen ons kan zien?'
Daar moesten de jongens even over nadenken.
'Vanavond,' zeiden ze tenslotte. 'Zeg maar wat je nodig hebt.'
Ik gaf ze een lijstje met heel erg eenvoudige spullen. Na even denken knikten ze. Dat ging ze wel lukken, dachten ze.
Ze gaven mij en Kwetter een klap op onze schouders. Daarna vertrokken ze, onder veel gelach en veel gefantaseer over wat ze allemaal met hun bommen zouden gaan doen.
Gaby kwam naar mij en Kwetter toe.
'Wat is er gebeurd?' vroeg ze.
'Michael hebt mij gered,' juichte Kwetter. 'Bent hij niet super lief? En super knap? Ik gaat hem kuffelen, dat hebt hij wel verdiend!'
'Neenee,' riep ik haastig, 'het was niets! En bovendien is het nog niet klaar! We moeten nog...' maar verder kwam ik niet, want Kwetter greep mij zo stevig vast dat mij alle lucht uit het lijf werd geperst.
Die avond, na de maispap, kwam er een paar soldaten op ons af. Ze bonden ons vast, net als de afgelopen dagen, en sleepten ons naar de plastic tent waar we sliepen.
Daar moesten we wachten op het ochtendlicht, en als we in een ongemakkelijke houding terecht kwamen dan was dat pech voor ons.
Maar vanavond niet. Want zodra het donker was kwamen Zoezoe en zijn maat, die Abel heette, naar onze tent toegeslopen met een groot mes tussen hun tanden.
Giechelend sneden ze onze boeien door. 'Kijk wel een beetje uit, joh, dat je hun handjes er niet af snijdt! Anders kunnen ze geen bommen maken.'
'Jullie moeten ons straks ook weer vastbinden,' fluisterde ik. 'Anders merken ze morgen dat we los zijn gekomen.'
'Nou en? Dat is dan jullie probleem.'
'Maar...'
'Niks te maren. Als jullie nou niet gauw een bommetje maken dan heb je morgen géén probleem. Dan heb je nooit meer een probleem, begrijp je? Daar kun je dus ook voor kiezen. Je zegt het maar. Kom je nog, of wat?'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten