Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

vrijdag 11 april 2014

Bloemetjes, vogeltjes, vlinders en gitzwarte haat

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Hij zag ons niet, want wij stonden tussen de stoelen, waar het donker was. Maar wij zagen hem wel, daar onder de felle lampen van het podium.
Gaby en Kwetter herkenden hem ook.
'Wat doet hij hier?' fluisterde Gaby ontzet.
Kwetter zei niks. Dat kwam omdat ik mijn handen stevig tegen haar mond gedrukt hield.
Ze zwaaide wild met haar armen en keek met woeste ogen van mij naar de man, die nu op Clusjes afliep en hem een vriendelijke hand gaf.
'…!!!!' riep Kwetter.
'Jazeker,' fluisterde ik zo zacht als ik kon. 'Ik herken hem ook. Maar we gaan nu niet staan schreeuwen. Hij mag niet weten dat we hier zijn. Ten eerste omdat hij gevaarlijk is. En ten tweede omdat wij gaan uitzoeken wat hij hier doet. Begrepen?'
Kwetter deed boos haar armen over elkaar. Onder mijn handen trok ze een pruillip.
'Begrepen?' herhaalde ik.
Ze knikte.
Ik haalde mijn handen van haar mond.
'Wij pakt hem,' siste ze. 'Wij pakt hem en we slaat hem dood.' Ze keek alsof ze het meende.
Nou is Kwetter toevallig een van de liefste meisjes ter wereld. Begrijp met als-je-blieft niet verkeerd! Ik bedoel dus niet dat ik verliefd op haar zou kunnen zijn of zo. Want dat ben ik dus helemaal niet. Op geen enkele manier. Ben ik nooit geweest. Ga ik ook nooit worden. Wat Gaby ook allemaal zegt; nee. Gewoon: niet.
Met “Kwetter is lief” bedoel ik alleen maar dat ze voor iedereen aardig is, een van iedereen de goede kanten ziet, en van zo ongeveer iedereen wel een beetje houdt. Als je een tekening zou moeten maken van haar karakter, dan werd dat een tekening met alléén maar bloemetjes en vogeltjes en vlinders in alle vrolijke kleuren die je maar bedenken kunt.
Ze zal niet snel een hekel aan iemand krijgen, dat is alles wat ik wil zeggen.
Maar deze man, die haat ze. Echt: een ander woord dan haten is er niet voor. Diepe, diepe, gitzwarte haat. Deze man zou het het liefst met haar eigen handjes wurgen.
Zijn naam is Snoet, en hij is een kinderdief.
Hij is degene die Kwetter ontvoerd heeft uit haar land, Boegoe-boegoe, om haar als slaaf te verkopen.
Toen bleek dat niemand een knal-oranje slaaf wilde hebben, verkocht Snoet haar aan de mjamburger-fabrikant Smek. Die wilde haar in zijn Vreselijke Vleeshakker gooien om mjamburgers van haar te maken. En dat zou ook gebeurd zijn, als wij niet toevallig langs waren gekomen. Wij sloopten de fabriek (met een bom en een tank. Het was een fijne dag.) en namen Kwetter met ons mee.
Wat had die schurk hier in hemelsnaam te zoeken? Hoe kende hij meneer Clusjes? Want ze kenden elkaar goed, dat was duidelijk.
'Snoet, beste kerel!' riep Clusjes. 'Wat kan ik voor je doen? Kom je me iets vertellen?'
Ik was heel nieuwsgierig naar het antwoord.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten