Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 31 maart 2014

Zou hij het merken?

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Fitz, die klaar was met het repareren van de leuning, nam nu de leiding over het programmeren van de stoelen. Dat wil zeggen, hij praatte een beetje tegen zijn bril en begon zich daarna met iedereen te bemoeien. Hij maakte onbegrijpelijke opmerkingen zoals: 'Pas op Marianne, geen lussen!' en 'Dat is geen valide subset, Hendricx!'
De mensen leken het niet vervelend te vinden dat hij voortdurend hun werk zat af te kraken. Integendeel, ze zeiden dingen als: 'Dankjewel voor de tip' en en 'Verhip, je hebt gelijk'. Maar toen er vijf minuten voorbij waren kreeg iedereen zoveel haast, dat ze alleen nog maar reageerden met een hoofdknik of een beetje gebrom.
'Het kan nog lukken, mensen,' riep Fitz toen er nog maar twee minuten over waren.
De zombies typten nu zo snel dat je hun vingers bijna niet meer zag. Sommigen vergaten adem te halen, zó hard waren ze aan het werk.
'Nog zeven seconden!' riep Fitz. 'Nog drie! Nog... Ja! Ja! We hebben het gehaald. Nét op tijd! Hoera!!'
'Hoera!!' antwoordde iedereen. Tranen van opluchting stroomden langs hun wangen.
Ik keek even om me heen. Meneer Clusjes was nergens te zien.
'Sorry hoor,' zei ik tegen Fitz, 'maar wat maakt het uit of jullie een paar seconden eerder of later klaar zijn? Denk je dat Clusjes het zou merken als je twee seconden langer dan een half uur bezig was geweest?'
'Het gaat er niet om, of hij het merkt,' legde Fitz uit. 'Het gaat erom dat... dat... dat je altijd precies moet doen wat hij zegt, snap je wel? Dat willen we zelf gewoon graag. Meneer Clusjes verwacht elke dag weer het onmogelijke van ons. En dat vinden wij fijn. Want dan weten we dat wij het soort mensen zijn, dat onmogelijke dingen kan doen. En dat maakt ons bijzonder. Ja, dat is het. Meneer Clusjes maakt ons bijzonder!'
'Ik weet wat u bedoelt,' knikte mama. 'Ik mag morgen een BOF-praatje houden, en...'
Ontroerd nam Fitz haar handen in de zijne. 'Wij begrijpen elkaar,' sprak hij met een brok in zijn keel.
Om ons heen was het zombieleger nog bezig met elkaar op de schouders te kloppen en te omhelzen. Degenen die vergeten waren te ademen, deden nu hun best om de afgelopen twee minuten in te halen.
'Dit is Josephine Laarmans!' riep Fitz tegen zijn collega's. 'Ze mag morgen een BOF-praatje houden! Ze begrijpt ons, ze is één van ons!'
'Hoera,' riep iedereen weer, en ze kwamen naar mama toe om haar handen te schudden en haar te omhelzen.
'Hm,' zei papa.
'En dan nu,' zei Fitz, 'zal ik jullie je hotelkamers laten zien.' Hij vroeg aan zijn bril in welke kamers wij sliepen. Kennelijk gaf zijn bril hem een indrukwekkend antwoord, want Fitz floot zachtjes tussen zijn tanden en zei: 'Nou nou, jullie boffen maar!'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten