Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 1 juli 2013

De ruisende rust van de zee

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Welja,' zei mama, 'meneer steekt zijn vinger in het water en hij weet zogenaamd welke kant we op moeten. Dat slaat dus helemaal nergens op. Zo werkt het niet. De zee bestaat uit water, en vanwege de manier waarop stoffen zich in water verspreiden...'
Wij staken duidelijk zichtbaar onze vingers in onze oren. Het was duidelijk dat mama weer een of andere oersaai wetenschappelijk verhaal ging houden met moeilijke woorden waar we toch niks van begrepen.
Hoewel mama best zag dat we het niet wilden horen, ging ze toch gewoon verder met haar uitleg. Aan haar gezicht kon ik zien dat ze behoorlijk hard moest praten om boven Jimmi uit te komen. Ik haalde heel even mijn vinger uit mijn linkeroor, net lang genoeg om mama het woord '...verzadigingspunt...' boven Jimmi's gesjaggerijn uit te horen schreeuwen. Zie je wel, dacht ik, saai verhaal met moeilijke woorden.
Jimmi vond het maar niks, dat mama zo hard door hem heen zat te schreeuwen. Ik zag hem diep adem halen en daarna zette hij het, aan zijn gezicht te zien, op een bulderen. Nadrukkelijk wees hij nog een paar keer naar links.
Mama liet zich niet kennen en krijste nog harder. Haar gezicht werd rood. Aderen in haar nek zwollen op.
Jimmi verdubbelde zijn inspanning. Woedend sloeg hij met zijn gerimpelde vuisten op de rand van de boot.
Mama gebaarde woest met haar handen. Ze gilde nu zo hard dat ik haar duidelijk kon verstaan, hoe hard ik mijn handen ook tegen mijn oren drukte.
Verstaan wel, maar begrijpen niet. Het ging over suspensies en waterstofverbindingen en oppervlaktespanning.
Jimmi's gebrul hoorde ik trouwens ook, maar daar kon ik natuurlijk helemaal geen touw aan vastknopen.
Een minuut of vijf hielden ze het vol. Daarna vielen ze als bij toverslag allebei stil. Uitgeput lieten ze zich terugzakken in de boten (de laatste twee minuten hadden ze rechtop gestaan, zich vastgehouden aan de masten en zo ver mogelijk naar elkaar toe geleund over het water, tot hun voorhoofden elkaar bijna raakten; het was duidelijk dat ze allang niet meer probeerden ons iets uit te leggen).
Voorzichtig haalde papa zijn handen van zijn oren.
Al snel volgden wij zijn voorbeeld. Eventjes genoten wij met z'n allen van de ruisende rust van de zee.
Daarna opperde papa: 'Zullen we maar naar links gaan, dan? Zoals Jimmi zei? Of tenminste: zoals ik denk dat hij zei?'
'Tuurlijk,' zei Kwetter gul. 'Die meneer is niet gek, hoor. Die weet heus wel wat hij zegt. Mama denkt soms dat iets niet kunt, als zij het niet snapt. Maar mensen kunt soms meer dan je snapt, zelfs als je zo super-veel snapt als mama.'
'Goed,' zei papa. 'Naar links, dan!' Hij stuurde zijn boot naar links, wat nogal een riskante manoeuvre was want links van zijn boot lag onze boot en we hadden makkelijk een aanvaring kunnen krijgen als ik niet ook snel mijn stuur naar links had gedraaid.
Bij wijze van spreken dan. Want ook al stuurden we allebei naar links, onze boten gingen gewoon rechtdoor.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten