Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 6 mei 2013

De meneer van de tank is heel, heel boos

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


Nu had Kwetter niets meer te zoeken in tank nummer één, dus ze sprong met een salto naar buiten en rende over de loop in onze richting.
'Remmen, mam!' riep ik. 'Anders vergeten we Kwetter!'
'Denk maar niet dat ik Kwetter ooit vergeet,' mompelde mama. 'De moeite die het heeft gekost om dat kind een beetje fatsoenlijk gedrag aan te leren...'
Dat vond ik niet aardig. Kwetter had onze levens gered, niet één keer maar vaker dan ik tellen kon. Goed, toen we haar leerden kennen had tafelmanieren waar een varken zich nog voor zou schamen, en als ze ook maar even de kans krijgt trekt ze al haar kleren uit, wat gênante situaties kan opleveren in bijvoorbeeld een drukke winkelstraat of een sjiek restaurant, maar dat is toch waarachtig niet zo belangrijk als het redden van en mensenleven. Vooral niet als het gaat om mijn mensenleven.
Dat zei ik allemaal tegen mama, en ze moest mij natuurlijk gelijk geven.
'Ik kan hier ook nooit eens een grapje maken,' bromde ze.
Mijn moeder heeft niet zo'n heel erg goed gevoel voor humor, namelijk. Mijn vader ook niet, die maakt meestal héél erg flauwe grapjes, maar mijn moeder is erger. Die maakt grapjes waarvan je niet eens merkt dat het grapjes zijn.
Soms vertelt ze één of ander onbegrijpelijk verhaal zonder kop nog staart, en na afloop denk ik dan: waar heb ik dat toch eerder gehoord? Oh ja, wacht eens, het is een mop! Michael vertelde hem gisteren ook en toen lachte ik me helemaal suf.
Hoe mijn moeder het klaarspeelt om zelfs van de leukste moppen nog een warrige, saaie, totaal niet grappige brij te maken zonder ook maar één woordje te veranderen, dat is mij een groot raadsel. Het ligt aan de manier waarop ze ze vertelt, dat kan niet anders, maar waar het hem precies in zit?
Het is erg schamelijk, in ieder geval, vooral als ze een beetje teveel gedronken heeft. Dan gaat ze harder praten en dan kan iedereen het horen. Persoonlijk vind ik dat net zo erg als in je blote kont een sjiek restaurant binnenlopen.
Verder is het de liefste moeder van de wereld, hoor!
Dat is niet waar, trouwens. Lief is natuurlijk niet helemaal het goeie woord voor een superster van het internationale terrorisme.
Maar ik zou geen enkele andere moeder willen hebben.
Intussen was mama achteruit gereden. Ze hoefde niet ver, want de Knalhappers hadden de hele tijd vlak achter ons gereden.
Kwetter sprong op het dak. Ze nam niet de tijd om in te stappen, maar gilde: 'Rijden! De meneer van de tank is héél boos!'
Dat was hij inderdaad, zag ik. De woedende rooie kop van de luitenant dook op uit het luik van de tank. Hij schudde met zijn vuist en riep van alles in het Zuid-Mallotisch.
Vanaf het dak klonk een pfrrrr!-geluidje. Het geluid van iemand die met hele veel spuugspetters haar tong uitsteekt.
De luitenant begon nog veel harder te schreeuwen.
Pffrrrrt! Deed Kwetter nog een keer.
Doe dat nou niet, Kwetter, dacht ik. Straks krijgt die man een hartaanval.
Maar er gebeurde iets veel ergers. De luitenant werd zo vreselijk kwaad dat hij niet meer goed kon nadenken. En toen deed hij iets doms. Iets heel, heel doms.
Hij pakte zijn pistool en begon te schieten.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten