Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 23 januari 2013

Spelletjes voor achttien plus

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Tsk,' deed Michael, 'echt weer een meidenvraag. Ik kan wel zien dat jij nooit Bloederige Mafia-toestanden III gespeeld hebt.'
'Inderdaad,' zei ik liefjes, en ik probeerde te glimlachen zoals mama dat kan. 'Jijzelf hebt dat spel trouwens ook nooit gespeeld, neem ik aan, want het is voor achttien plus, toch? Dacht ik?'
Michael keek even naar papa en mama. Die luisterden vol interesse mee.
'Eh nee,' mompelde hij. 'Ik zelf niet natuurlijk, nee, maar eh, nou ja, het komt erop neer dat iedereen gewoon bang is voor deze lui. Dat ze daarom naar binnen gaan. Waarom anders?'
'Ik kan nog wel een reden verzinnen,' zei papa. 'misschien gaan ze naar binnen vóórdat deze jongens langskomen, zodat ze later kunnen zeggen: “die jongens? Nee hoor, die heb ik niet gezien.” Als de politie langskomt om ernaar te vragen. Misschien zijn deze jongens wel heel populair in deze wijk. En niet zo heel populair bij de politie.'
Zo babbelden we vrolijk verder over onderwerpen als: waar brengen ze ons heen, wat gaan ze met ons doen, zou dat erg veel pijn doen enzovoort. Intussen voerden de jongens ons verder en verder over de onbegrijpelijke weggetjes van de sloppenwijk.
Juist toen ik begin te denken dat ze misschien wel verdwaald waren, kwamen we bij een rijtje huisjes dat tegen een steile heuvelwand was aangebouwd.
'Oeh,' zei Michael, 'een geheim hoofdkwartier!'
'Waar dan?' vroeg Kwetter. 'Ik ziet er nergens één.'
'Nee natuurlijk niet, suffe druif, het is geheim. Maar in één van die huisjes zit een deur, en daardoor kom je in een gang die recht de heuvel in gaat. Naar het geheime hoofdkwartier. Wedden?'
'Dat komt zeker ook weer uit dat bloederige Mafia-spelletje,' zei ik.
'Nee,' antwoordde Michael, 'uit Afschuwelijke Zombie Moorden V. Niet dat ik dat ooit gespeeld heb,' voegde hij er haastig aan toe. 'Achttien plus, he? Dus... Ja...'
Het Zombie-spel was kennelijk realistischer dan het mafia-spel, want dit keer kreeg Michael zonder meer gelijk.
Puntje voor Michael.
De gang achter het huisje was betimmerd met afvalhout: steigerplanken, ouwe deuren en dat soort dingen. Na een meter of tien liep de gang dood, en toen bleek dat één van de ouwe deuren nog steeds een deur was, want er zat een grote kamer achter.
In die kamer zaten nog een tiental jongens. Ze zaten op kussens op de grond, met hun rug tegen de muur. Midden in de kamer stond een brede tafel, waaraan vijf mannen zaten De middelste van hen, een wanstaltig dikke kerel met een hoofd als een pad, stond op en maakt een kleine buiging voor ons.
'Goede middag,' zei hij, 'en welkom bij het Zuid-Mallotische Bevrijdingsleger. Het ZMB. U heeft vast wel eens van ons gehoord.'
'Zeker wel,' antwoordde mama. Mama kan vreselijk goed liegen, namelijk. Maar ze doet het alleen uit beleefdheid.
De dikke man begon te stralen. 'Echt waar? Heeft u van ons gehoord? Eh, ik bedoel, natuurlijk heeft u dat. En wij hebben ook van ú gehoord, mevrouw de Donderkat. Wij zijn dan ook heel blij dat u hier bij ons bent. Kunt u raden waarom?'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten