Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

woensdag 15 augustus 2012

Het molecuul onder onze neus

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Jullie vader is volwassen,' zei mama scherp. 'Volwassenen leren bijna niets meer bij. Dus het is belangrijker om tegen kinderen te praten. En dat is precies wat ik nu ga doen.' Ze trok zo'n vastberaden kop dat wij dachten: laat haar maar even uitpraten, een kwartiertje meer of minder maakt niet zo veel uit. Alleen Kwetter probeerde nog: 'Maar...'
Mama keek haar vernietigend aan. 'Zoals jullie weten probeer ik wekenlang bommen te maken. Daarvoor moet ik moleculen uit elkaar halen en veranderen in andere moleculen. Ik zal het maar eerlijk zeggen: drie weken van proefnemingen hebben ons niet veel verder gebracht. Toch, Alexander?'
'Eh, nee,' mompelde Alexander. 'Mijn excuses. We hebben natuurlijk wel íets bereikt, maar...'
'… maar,' ging mama verder, 'we hebben hier niet genoeg manieren om moleculen te slopen. Geen elektriciteit, geen lasers, geen supermagneten...'
'Alleen maar kampvuurtjes,' zei Alexander. 'En eh...' Hij gebaarde in het rond, naar de verkoolde resten van minstens twaalf laboratoria.
'Kortom,' zei mama, 'de situatie was hopeloos. Tot vanmorgen! Want vanochtend, bij het ontbijt, realiseerde ik me pas dat ik al een molecuul heb, dat uit zichzelf verandert. Het noko-nootje! Zo gaat het heel vaak: je zoekt en je zoekt, en pas na weken besef je dat de oplossing al die tijd vlak onder je neus lag. Letterlijk! Grappig, he?'
'Omdat het noko-nootje van vies naar lekker gaat, als je erop kauwt,' legde Alexander uit.
'Mijn kinderen snappen dat heus wel,' snauwde mama.
'Ja,' zei ik, 'en als je ze aan een slang voert, dan vliegt-ie in de fik.'
Mama's ogen werden groot en fel – ze leken wel te branden! Alle kleur trok uit haar gezicht weg. 'Wat zei je daar?' vroeg ze scherp.
Ik vertelde hoe wij de afgelopen weken sissipi-slangen hadden gepest.
Mama keek zo kwaad dat het leek alsof ze elk moment zelf in de fik kon vliegen.
'Ten eerste,' siste ze, 'Dieren in de fik steken, dat doen mijn kinderen niet. Nooit. Begrepen? Zelfs niet als het lelijke gemene moorddadige rotslangen zijn. Een slang is een slang en je kunt hem niet kwalijk nemen dat hij slangerig doet.
Maar van jullie verwacht ik iets beters.
En ten tweede: waarom vertel je me dit nu pas? Dingen die in de fik vliegen als je ze bij elkaar gooit, dat is precies waar ik al die weken naar gezocht heb. Hebben jullie werkelijk niet één keer aan mij gedacht?'
'Nee mama,' zeiden wij met ons allerkleinste sorry-stemmetje.
Mama schudde mismoedig haar hoofd. 'On-ge-loof-lijk. Ik had die bommen al weken eerder klaar kunnen hebben. Nu ik dit weet is het een kwestie van een paar uurtjes.'
'Dat komt dan heel mooi uit,' zei ik, 'want....'
Op dat moment hoorden we de helikopter.
'Verstoppen!' riep ik, en we verstopten ons zo goed als we konden. En dat was best goed, want we zaten in het oerwoud.
De schurken hadden kennelijk een soort microfoon en een versterker aan boord; hun boodschap galmde over het woud. Ze riepen steeds hetzelfde: 'Dit is een bericht voor de Donderkat. We weten dat u hier bent. Geef u over, vóór de avond valt, anders gooien we hem in de vleeshakker. Dit is een bericht voor de Donderkat...' enzovoorts.
Het was niet moeilijk te raden wie die 'hij' was, die ze in de vleeshakker wilden gooien.
Aan een touw onder de helikopter, goed zichtbaar voor iedereen, bungelde onze vader.


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten