Dit is het vervolg op mijn boek Donderkat. Ben je niet op zoek naar Donderkat, maar naar informatie over mij, kijk dan hier.

Donderkat wordt in stukjes op het net geplaatst terwijl ik het schrijf. Als het af is, maak ik er een boek van.
Let op: ik maak er een boek van. Je mag het lezen, doorsturen aan je vrienden, uitprinten en bewaren voor mijn part, maar wat je er niet mee mag doen is: boek van maken en verkopen. Ik moet ook ergens van leven, nietwaar?
Elke maandag, woensdag en vrijdag zet ik er een nieuw stukje bij; meestal 's nachts.
Veel plezier ermee!

maandag 6 augustus 2012

Hele dure maatpakken

BEGIN / VORIGE / VOLGENDE


'Mag niet?' vroeg ik chagrijning. 'Van wie niet?'
'Van Oma niet,' zei Kwetter. 'Oma zegt: als er geen slangen meer is, komt er teveel boomkonijntjes.'
'Ja, en? Ik dacht dat we het erover eens waren dat boomkonijntjes schattig waren. En slangen niet. Dus ik zie geen probleem.'
'Als er teveel boomkonijntjes is, is er geen plaats meer voor de Pluizige Knabbeldiertjes.'
'Nou, jammer dan.'
'En op de Pluizige Knabbeldiertjes woont de Boegoenese Rotvlooi. Dus die is dan ook weg.'
'Ja, en?'
'De Boegeonese Rotvooien verspreidt de Gore Tongschurft. En als zij dat niet meer doet, dan gaat daar geen Boomleeuwen meer aan dood. En dan komt er heel veel leeuwen en die eet alle lieve Boegoeneesjes op. Zoals ik. Dus: niet slangen doodmaken.'
'Af en toe ééntje mag toch wel?' zeurde ik.
'Ik denkt van wel,' zei ze. Maar ze wist het niet zeker.
'Nou,' zuchtte ik, 'vandaag heb ik er al zeven in de fik gezet. Dus dan moest ik er voorlopig maar even mee ophouden.'
'Jij wilt niet dat ik opgegeten wordt,' jubelde Kwetter. 'Dat is lief!' En hup, daar had ik een zoen op mijn oor te pakken.
'Hee,' riep ik snel, 'wat ruik ik daar? Staat mama's lab weer in brand?´
'Nee,' mummelde Kwetter met haar gezicht in het holletje tussen mijn nek en mijn schouder.
Maar we gingen toch kijken, voor de zekerheid.
Het laboratorium lag er rustigjes bij in de late middagzon. Mama en Alexander waren druk bezig. De ene roerde in een potje, dat wil zeggen een halve kokosnoot, en de ander stond in een microscoop te turen. Af en toe mompelden ze zinnetjes als: 'Ik wil het wel steriel hebben natuurlijk.'
'Kun je niet iets destilleren?'
'Je maakt een grapje zeker? Ik heb hier geen destilleerkolf, ik heb alleen halve kokosnoten. Mengen en roeren, daar zullen we het mee moeten doen.'
Zo ging het de hele verdere dag door, zonder ontploffingen of branden. Doodsaai.
Die avond kwam papa niet bij ons om te eten, en hij sliep niet in onze boom, dus de volgende dag gingen we kijken hoe het ermee stond.
Hij zat nog altijd in de luxe container achter het computerscherm. Maar wat zag hij er anders uit! Hij was voor het eerst sinds maanden gladgeschoren en hij had zijn haar gekamd. Bovendien had hij kleren aan. Een zwarte broek, een overhemd en een witte jas. De broek zat veel te krap en het jasje veel te ruim. Dat kwam doordat de broek van de lange, magere Smek was geweest en het jasje van de kleine, breedgeschouderde Hakmaranman.
'Pap,' zei Gaby streng, 'je ziet er niet uit.'
'Hmm?' deed papa. 'Oh, dag meidje, ben jij het. Leuk jullie even te zien jongens. Ik ben even aan het werk. Ga maar fijn spelen.'
'Die kleren,' verduidelijkte Gaby. 'Het ziet er niet uit. Het zijn trouwens de kleren van schurken. Waarom trek jij de broek van een moordenaar aan?'
'Hmmm? Ach, dat begrijp jij natuurlijk niet. Dit zijn hele dure pakken, snap je, dus daar is niets mis mee. Hele dure maatpakken.'
'Kan wel wezen,' zei ik, 'maar het is niet jouw maat.'
Daar moest papa om lachen. 'Dat doet er niet toe, jongen. Als het maar duur is, dan stellen ze verder geen vragen.'
'Stellen wie geen vragen?'


BEGIN / VORIGE / VOLGENDE

Geen opmerkingen:

Een reactie posten